<
>

Ervaringsdeskundige Gorré over kansen Ajax: "In Lissabon is het echt niet makkelijk"

Vrijdagavond zorgde Boavista voor een stunt in het Portugese voetbal door een 0-2 achterstand om te buigen in een 2-2 gelijkspel. Kenji Gorré zorgde namens de thuisploeg voor de assist op de gelijkmaker en speelde eerder in het seizoen al mee toen zijn ploeg tegen Benfica in de halve finale pas op strafschoppen de weg naar de bekerfinale werd ontzegd. “Met de diepgaande middenvelder kan Ajax Benfica echt pijn doen”, vertelt de aanvaller over de zwaktes van de Portugezen.

Geboren in Spijkenisse, maar opgegroeid in de wereld van het Engelse beheerst Gorré het Nederlands nog nagenoeg perfect. Dat valt voor hem te spreken. Op een jaartje na toen hij door Swansea aan ADO Den Haag verhuurd werd, woonde Gorré amper in de Lage Landen. Maar energiek als hij is, schopte hij het via andere kanalen tot een mooie voetbalcarrière die hem in 2018 in Portugal bracht. In 2020 voegde hij de kampioensschaal van het tweede Portugese niveau toe aan zijn palmares en na een prima jaar op het hoogste niveau stapte hij deze zomer transfervrij over naar Boavista, de tweede club van de stad Porto.

“Het is een grote club in Portugal”, begint Gorré zijn verhaal. “Het is een van de weinige ploegen die de landstitel ooit heeft gepakt en het voelt fantastisch om hier te zijn.” Zo verhuisde hij van het eiland Madeira naar de stad Porto, op Lissabon na de grootste stad van het land. “We proberen een beetje te presteren naar de grootte van de clubgeschiedenis. Dit was voor mij de beste stap. Ik miste in eerste instantie wat wedstrijden door corona, maar als ik fit ben ik gelukkig een van de starters. Het ligt in de competitie allemaal dicht bij elkaar en we proberen punten te pakken om weg te blijven van de onderste regionen. Met de kwaliteit die we hebben is dat een no-brainer voor ons.”

Maximale ervaring

Her en der voegt Gorré wat Engelse termen toe aan het arsenaal Nederlandse woorden waarover hij beschikt. Inmiddels is hij al vier jaar tussen de Portugezen, die er op het veld alles eraan doen om te winnen. Rondjes theater, kaart-aannaaien en her en der een veel te harde overtreding. Het hoort er allemaal een beetje bij als je profvoetballer bent in Portugal. “Ik ben een beetje aangepast aan de manier van spelen. Het is tactisch voetbal en ik gedij goed bij die omgeving. Ik begin de competitie goed te begrijpen en herken de punten dat ik mijn momenten kan pakken in de wedstrijd. Ik ben nu vooral bezig om continuïteit toe te voegen aan mijn stijl.”

De wedstrijden met Benfica, Sporting Clube de Portugal en FC Porto zijn de duels waar elke profvoetballer naar uitkijkt. Gorré is daar geen uitzondering op, en vaak genoeg dankt hij daarvoor de heilige heren van boven. “Ik geniet gewoon van die wedstrijden. Als ik gepensioneerde spelers spreek over die topwedstrijden zijn ze daar soms te veel aan voorbijgevlogen. Ik probeer die momenten echt te pakken. Ervan te genieten, ze te ervaren tot het maximale dat kan. Daar ben ik dankbaar voor. Om te spelen in het Porto-stadion, Da Luz. Plekken met veel geschiedenis. Als kind droom je ervan daar te spelen. Toen ik in de jeugd van Manchester United speelde, waren dit de doelen die ik visualiseerde. En om dat te kunnen doen, is waanzinnig.”

Als tweede club van de stad Porto, is het onderonsje met de grote reus uit de stad hét duel voor de spelers van Boavista en de fans. De hele wijk in de stad loopt uit voor die wedstrijd, niet allerminst vanwege de stevige rivaliteit. “Die is er zeker. Wij omarmen die. Boavista heeft een bepaalde spirit die vanuit de fans en de club komt. Er is een goede fansbase die erg gepassioneerd is. Die spirit brengen ze over op ons en we doen ons best om die te tonen.”

Vrijdag was er dus dat duel met Benfica. Niet voor het eerst maakte De Panters het de Portugese recordkampioen meer dan lastig. “Het was een grote wedstrijd. In de halve finale zagen we dat we in staat zijn om van deze ploeg te winnen. We hadden aan onszelf bewezen dat we van hen konden winnen. Dat bracht ons het geloof om deze wedstrijd in te winnen. In de eerste helft lukte dat niet en stonden ze 2-0 voor. Maar in de rust keken we naar onszelf en zeiden: ‘We kunnen dit, dat hebben we al bewezen’. En na rust gingen we met een totaal ander geloof de wedstrijd in. Het publiek stond weer achter ons en uiteindelijk wonnen we het duel bijna.”

Gorré zelf kwam als invaller in de 62ste minuut in het veld en zag zijn ploeg in de 74ste en 80ste minuut scoren. “De coach zei tegen me: ‘Ga ervoor en geniet ervan. Speel met vrijheid, ga erin en zorg voor impact in de wedstrijd.’ En dat gebeurde. Ik kwam erin en toen werd het 2-2. Bij de gelijkmaker hadden we een inworp en namen die snel waardoor ik 1-op-1 stond met Nicolás Otamendi. Ik wist dat hij geel had. Dus ik dacht, ik ga er gewoon voor en kijk of hij hapt. Dus ik speelde om hem heen en passte de bal door de benen naar onze middenvelder, die hem keihard binnenschoot. We kregen nog kansen voor een derde. Op een andere dag hadden het drie punten voor ons kunnen zijn.”

De international van Curaçao maakte het zijn directe opponent Valentino Lazaro meer dan lastig, terwijl de Oostenrijker een van de sterkhouders is in het elftal. “Ze hebben Lazaro en Alejandro Grimaldo. Zij worden veel gebruikt in het spel van Benfica. De linksback Grimaldo vooral. Ze proberen hem in de eerste fase aan de bal te krijgen. Zodat hij eventueel een snelle voorzet kan geven. Hij gaat ook vaak naar binnen en is erg betrokken in het spel. Hij gaat naar voren en creëert kansen.”

Naast Grimaldo is Darwin Núñez de voornaamste kandidaat om extra in de gaten te houden. De Uruguayaan scoorde dit seizoen al 23 keer, waarvan 3 keer in de Champions League. Met twee goals tegen FC Barcelona zorgde hij er hoogstpersoonlijk voor dat Benfica verder ging in het miljardenbal. “Ja hij doet het goed. Echt goed. Hij scoort veel en heeft zelfvertrouwen. Maar ze hebben ook veel kwaliteiten in het middenveld. Ze hebben João Mario en Abel Taarabt, die ik echt top vind en goed vind spelen. Met hun ervaring achterin met Jan Vertonghen en Otamendi hebben ze ook daar kracht. Het gaat een hele leuke wedstrijd worden.”

Geen favoriet

Woensdag spelen de Amsterdammers in Estádio da Luz tegen De Glorieuze en met name daar moet Ajax oppassen volgens Gorré. “In Lissabon is het echt niet makkelijk. Écht niet makkelijk. Als het publiek achter Benfica staat, is het een twaalfde man. Ze kunnen ze vooruit pushen en de sfeer in het stadion veranderen. Maar met de kwaliteiten die Ajax heeft, zullen ze altijd kansen krijgen. Ajax gaat nooit een wedstrijd in zonder kansen te creëren. Dus het zal spannend worden.”

“Ik denk persoonlijk dat Ajax heel veel kwaliteit heeft. Ze hebben op de flanken en het middenveld veel kracht. The third man run, noemen we dat in Engeland. Ik denk dat ze daarmee Benfica pijn kunnen doen. Met Sébastien Haller in het midden, iemand die eronder komt en dan iemand die diep loopt. Daar denk ik dat Ajax Benfica kan treffen.” Een echte favoriet is er volgens Gorré misschien niet. “Ik ben niet zeker wie ze hier zien als de favoriet. Maar de Champions League leeft hier en ze willen maar een ding: winnen. Tegen wie ze ook spelen, het land verwacht altijd dat er wordt gewonnen. Champions League-avonden, een geweldig podium om op te spelen”, zegt Gorré terwijl hij de soundtrack van de competitie na neuriet.

Een geweldig podium heeft Gorré ook als international van Curaçao, waarvoor hij in 2019 debuteerde. “Ik kijk altijd uit naar de tripjes met Curaçao. Hopelijk hebben we een trip in maart en dan de Nations League in de zomer. Daar kijken we echt naar uit. Er is veel potentie in het team en spelers met ambities voor het land, dus ik denk dat we geweldige dingen kunnen laten zien. We kunnen het goed doen tegen grote landen. In de Gold Cup hebben we dat al laten zien. We moeten zorgen dat we dat kunnen blijven tonen.”

Zijn vader Dean Gorré was lange tijd bondscoach van Suriname. Op het moment dat Kenji zelf voor een land koos, was er daar nog geen sportpaspoort, maar desondanks leeft hij met het land mee. “Het was geweldig dat hij bij Suriname zat. Het voelde alsof ik voor beide landen leefde. Voor Suriname via mijn vader en Curaçao voor mezelf. God heeft me voor Curaçao laten kiezen voor een reden. Om mijn familie van mijn moeders kant trots te maken en het land trots te maken. Het is een eer om Curaçao te vertegenwoordigen. We zijn een familie en daar komt het op neer. Als je weet dat je broeders achter je hebt dan is dat iets waar je deel van uit wil maken. Op én naast het veld.”

Of hij hoopt nog een keer te worden gecoacht door zijn pa als bondscoach van Curaçao? “We weten niet wat de toekomst brengt. Als hij dat doet, zou dat geweldig zijn. Voor mij zou het persoonlijk gek zijn, maar het is iets wat aan de andere kant geweldig zou zijn.” Tot die tijd hoopt Gorré zelf het maximale uit zijn carrière te halen in Portugal en bij Curaçao. En niet onbelangrijk, hij geniet van élk moment.