Het WK in Qatar, in november en december 2022, leidde ertoe dat spelers uit de vijf beste competities van Europa langer aan de kant stonden vanwege een blessure. Uit onderzoek blijkt dat in de maanden na het WK spelers gemiddeld acht dagen langer waren uitgeschakeld.
Verzekeringsgroep Howden publiceerde zijn 'European Football Injury Index' voor het seizoen 2022-2023 een jaar na het WK, nadat het de effecten van het winterse WK op de spelers had bestudeerd.
Uit het onderzoek blijkt dat in oktober 2022 88 geregistreerde blessures ervoor zorgden dat spelers voorafgaand aan het toernooi gemiddeld 11,35 dagen buitenspel stonden, maar dat steeg in januari 2023, na het toernooi, tot 19,41 dagen. De grootste toename was te zien bij enkelblessures (170 procent), kuit- en scheenbeenblessures (200 procent) en hamstringblessures (130 procent).
Financiële impact
De toegenomen ernst van de blessures heeft, zo blijkt uit de cijfers, bijgedragen aan een stijging van de financiële impact met bijna dertig procent van €553,62 miljoen naar €704,89 miljoen in de vijf grootste competities.