Al voor de zevende keer helpt Edward Sturing ‘zijn’ Vitesse uit de brand, maar dit keer is het de allerzwaarste klus van allemaal. De Arnhemmers staan na twaalf speelronden onderaan in de Eredivisie, maar er gloort hoop. Onder Sturing gaat het doorgaans beter én wordt er vaker gescoord, iets wat nu juist de achilleshiel is bij de hekkensluiter.
Met het vertrek van Phillip Cocu zo vlak voor de interlandperiode had Vitesse voldoende tijd om een vervanger te zoeken. In de tussentijd hebben de assistenten Chris van der Weerden, Theo Janssen en Raimond van der Gouw de honneurs op het trainingsveld waargenomen. Voor een externe kracht is op dit moment – door een hele complexe overnamesituatie – heel weinig geld en dus werd de oplossing intern gezocht.
Dat heeft veel voordelen. Het kost niet heel veel extra geld, een interne kandidaat kent de club natuurlijk al en hoeft niet tientallen handen voor het eerst te schudden. In het geval van Vitesse is er dan maar één echte optie: Edward Sturing. Iemand die niet schrikt van een tijdelijke klus in een moeilijke periode bij de club. Het is inmiddels alweer de zesde keer dat hij als interim-trainer (een deel van) het seizoen afmaakt. En dat allemaal – in tegenstelling tot Dick Advocaat – voor dezelfde werkgever.
Om die reden wordt Sturing liefkozend ‘Edje-interim’ genoemd, iets waar hij zelf overigens van af wil. De 60-jarige Apeldoorner, die tussen 2003 en 2006 ook hoofdtrainer was bij Vitesse, wil voor een langere periode eindverantwoordelijke zijn. In de competitie zijn er nog 22 duels over, maar in eerste instantie gaat het om een termijn tot aan de winterstop.
Het feit dat de clubleiding wéér bij hem uitkomt, komt door de goede ervaringen uit het verleden. Kijkende naar het schokeffect dat de clubman teweeg bracht, mogen de fans toch wel het een en ander verwachten. In drie van de vijf gevallen ging het vrijwel op alle vlakken beter dan daarvoor. De enige twee seizoenen waarin dat niet zo was, was in zijn eerste- (1999/00) en laatste klus (2019/20).
Zijn hoogtijdagen waren toen Sturing Ronald Koeman (in 01/02), Mike Snoei (02/03) en Henk Fraser (17/18) afloste. In die seizoenen presteerde Vitesse qua puntengemiddelde en doelpunten vóór telkens beter dan zijn voorganger.
In het verleden heeft Sturing dus bewezen een waar schokeffect te kunnen bewerkstelligen. In vijf van de zes seizoenen bracht hij de club naar een hogere plek op de ranglijst. In dit geval kan het alleen maar beter. Hoewel uit het verleden blijkt dat Sturing zijn elftal over het algemeen meer kan laten scoren, zal dat nu de grootste uitdaging zijn. Vitesse staat namelijk qua goals én expected goals onderaan in de Eredivisie. Tot overmaat van ramp is clubtopscorer Marco van Ginkel de eerstvolgende wedstrijd er niet bij vanwege een schorsing.