De Oranjevrouwen hebben tegen alle verwachtingen in van Engeland gewonnen in de Nations League. Door een laat doelpunt van Renate Jansen heeft Oranje met 2-1 gewonnen in Utrecht. Lieke Martens maakte de openingstreffer van de wedstrijd.
De ploeg van Andries Jonker was in de eerste helft veel aan de bal rondom het zestienmetergebied van Engeland en toonde het initiatief. Martens beloonde het goede spel van Oranje uiteindelijk met een doelpunt. Ondanks het overtuigende spel was het toch een opvallende treffer, omdat Danielle van de Donk eerder in de aanval in buitenspelpositie stond. De assistent-scheidsrechter zag dat echter over het hoofd en door afwezigheid van de VAR kon er niet meer worden teruggekeken.
Na rust waren de rollen omgedraaid en was het een kwestie van tijd totdat de Engelsen tot scoren zouden komen. Daphne van Domselaar, die weer terug was van een blessure en na het ongelukkige optreden van Jacintha Weimar tegen België weer in de basis begon, maakte eerst nog een aantal belangrijke reddingen, maar kon in de 64ste minuut de goal van Alessia Russo niet voorkomen.
Gouden wissel
De wedstrijd tussen Engeland en Nederland leek na de goal van Russo in een gelijkspel te eindigen, maar invalster Jansen besloot anders. Jansen scoorde vlak voor het eindsignaal de winnende treffer voor Oranje.
Olympische Spelen
Tegen het Engeland van Sarina Wiegman speelde Nederland haar tweede wedstrijd van de Nations League. In de Nations League wordt er gestreden voor deelname aan de Olympische Spelen in Frankrijk. De eerste wedstrijd van Oranje werd verrassend genoeg verloren van België, waardoor de overwinning op Engeland extra belangrijk was.
België leidt nu in de poule met vier punten. Nederland en Engeland staan met drie punten tweede en derde. Schotland is met één punt de hekkensluiter van de poule. In de volgende interlandperiode van de Oranjevrouwen spelen ze twee keer tegen Schotland. Daarna volgen Engeland uit en België thuis.