Mark van Bommel en zijn Royal Antwerp wisten afgelopen weekend de klus om kampioen te worden niet te klaren. De club hunkert sinds 1957 naar de Belgische hoofdprijs. Aankomend weekend krijgt de ploeg van de Nederlandse trainer een herkansing. “Iedereen is tegen Antwerpen, des te mooier is het dat je die kans hebt”, zegt Van Bommel strijdlustig.
Wij tegen de rest
Van Bommel weet dat het veel betekent voor iedereen. “Heel de stad leeft hier naartoe. Het is zo lang geleden. Ik vind het mooi dat het Royal Antwerp tegen de rest is.” Om de kroon op het werk te zetten, moet Antwerp zondag winnen van Genk. De teleurstelling was dan ook groot toen het afgelopen weekend misging. “Ik kan wel zeggen dat ik groot en sterk ben, maar ik ben ook zwaar teleurgesteld geweest. Toch moet ik het voorbeeld geven.”
Eerste jaar bij Antwerp
Het is voor Van Bommel het eerste jaar bij Antwerp. De Nederlandse trainer kent dan ook een succesvolle periode. “Als je in het eerste jaar bij Antwerp de beker wint en kampioen kan worden, dan is dat waarom je voetballer of trainer wordt. Het is niet makkelijk als zes ploegen in België kampioen willen worden, maar nu is er een hele grote kans.”
Het weer
Over wat het verschil kan maken tegen Genk is Van Bommel duidelijk. “Het weer, klinkt gek hè! Ik woon daar redelijk in de buurt. Het is daar warmer dan hier. Als ik de voorspellingen mag geloven wordt het zo’n 25 graden. De jongens zullen dus eerder gaan zweten en dus vermoeid raken. Dat gaat invloed hebben”, besluit de Nederlandse coach.
Zoon Van Bommel
Er is meer Van Bommel-nieuws. Zijn zoon, Ruben van Bommel, zette zijn handtekening onder een contract bij AZ. “Voor zo’n jonge speler was er extreem veel belangstelling. Dat er zo veel interesse is, is denk ik uniek. Dat betekent dat hij veel kwaliteiten heeft. Ik denk dat AZ uitstekend bij hem past. Het is een club met een duidelijk structuur met een duidelijke opleiding.” Waarom heeft Antwerp de zoon van Van Bommel dan niet gehaald? "Nou, Marc (Overmars) wilde wel." Daarop vraagt de journalist aan Van Bommel of hij hem niet wilde. Lachend zegt de Nederlandse trainer: "Nee".