<
>

Terugblik in cijfers: Einde aan superieure reeks Ajax, wervelende Noslin, Twentse rechterkant weer intact

ESPN

Het was wederom een heerlijk voetbalweekend in de Eredivisie. 27 doelpunten, een overtuigende overwinning van Excelsior in een degradatiekraker, AZ dat naliet om de tweede plek over te nemen tegen FC Twente en natuurlijk de eerste Klassieker-overwinning van Feyenoord in Amsterdam sinds 2005, waardoor de titelstrijd volgens de rekenmeesters van Opta Statsperform beslecht lijkt. Dit weekend was er een aantal spelers dat weer bijzonder goed presteerde. Zo was het, ondanks het verlies van Fortuna Sittard tegen FC Volendam, een zeer goed weekend voor Tijjanni Noslin, die op vier verschillende statistieken de beste van het weekend was. Verder schitterde de rechterflank van FC Twente als vanouds.

Het was meer dan negentig minuten smullen geblazen in het topduel tussen Ajax en Feyenoord. De Amsterdamse branie bleek koren op de molen van de bezoekers te zijn. Ondanks het tomeloze vertrouwen van de thuisploeg in een goede afloop werden de punten in extremis meegenomen door de uitploeg.

Het venijn zat hem in de kop en de staart van de wedstrijd. Het vijfde uitdoelpunt in de Eredivisie op rij van Santiago Giménez – wat een evenaring is van een reeks van Graziano Pellè uit 2013 – was ook de tweede snelste voorsprong voor Feyenoord op bezoek bij de ‘aartsvijand’ ooit. Alleen op 20 december 1959 (toen binnen drie minuten) kwamen de Rotterdammers nóg sneller voor.

Ajax wist de rug te rechten en kwam door doelpunten van Edson Álvarez en Dusan Tadic zelfs op voorsprong. Met die 2-1 ging het na 45 bloedstollende minuten aan de thee. De Ajax-fans zullen zich wellicht wel rijk gerekend hebben, aangezien het al 164 duels op rij niet meer verloren had in de Eredivisie als hun club met een voorsprong de rust in ging.

Bij dit Feyenoord is dat anders. Het meest veerkrachtige team van Europa – nog steeds samen met Rangers FC de meeste punten verzameld na een achterstand van alle teams uit de Europese top-10 competities – deed wat het dus al zo vaak deed. Voor de veertiende keer (in alle competities) boog het een achterstand om, waarvan negen keer winnend.

Het doelpunt van Lutsharel Geertruida was goud waard. Zijn goal in de 86e minuut was de laatste winnende treffer voor Feyenoord in een Klassieker in de Eredivisie sinds november 1969 (toen Theo van Duivenbode in de 87e minuut). Daarmee zette de kersvers debutant in de Oranje-selectie de kroon op een voor hem onvergetelijke week. Volgens de Opta Predictor heeft Feyenoord inmiddels 91 procent kans op het winnen van de Eredivisie. De kansen van Ajax zijn geslonken naar vijf procent.

Waar bij het topduel tussen Ajax en Feyenoord de verschillen in balbezit nihil waren (51 om 49 procent) zien we wel weer een terugkerend fenomeen. Balbezit blijkt ‘overrated’ dit seizoen. De uitploeg ging er – ondanks dat het minder de bal had – met de volle buit vandoor. Niet alleen in die wedstrijd werd de ‘meest afwachtende ploeg’ beloond met drie punten. De vijf ploegen afgelopen weekend met het meeste balbezit pakten gezamenlijk welgeteld één schamel puntje.

Een van de ploegen, die ondanks meer balbezit toch verloor, was Fortuna Sittard. Ook zij hadden geen antwoord op de succesformule die FC Volendam ontwikkeld heeft na de winterstop. De Volendammers boekten de zesde Eredivisiezege van het kalenderjaar, wat nu al meer is dan in elk van de laatste zes jaren waarin de club uitkwam op het hoogste niveau. Het laatste kalenderjaar waarin Volendam zoveel Eredivisiezeges boekte was in 1997 (toen ook 6).

Bij de Limburgers was, ondanks het 2-1 verlies, Tijjanni Noslin de beste man van het veld. De rechtsbuiten, die zijn vijfde Eredivisiegoal van het seizoen maakte, had het hoogste aantal balcontacten in het vijandelijke strafschopgebied voor een Fortuna Sittard-speler in een Eredivisieduel sinds de laatste promotie van de Limburgers. Daarmee staat hij ook bovenaan het klassement van alle spelers in de Eredivisie die afgelopen weekend in actie kwamen (negen meer dan drie andere spelers).

Dat geldt ook voor het aantal schoten (twee méér dan zes andere spelers), dribbels (één meer dan Elayis Tavsan) en gewonnen duels (vier meer dan Álvarez). Noslins collega op de andere flank, Iñigo Córdoba was met 518 meter op een snelheid van tenminste 25 kilometer per uur de speler die de meeste meters aflegde op sprintniveau. Alleen Vito van Crooij (427 meter), die inmiddels één doelpunt verwijderd is van zijn eigen persoonlijke doelstelling van tien doelpunten en tien assists, en Derry John Murkin (417 meter) kwamen een beetje in de buurt van de Bask.

Tot slot dan nog de ‘subtop’-wedstrijd tussen FC Twente en AZ. Na een zeer feestelijke week waarin Lazio voor de tweede keer met 2-1 werd verslagen, vond het na vijf overwinningen op rij (alle competities) haar Waterloo tegen de Tukkers. De thuisploeg won voor het eerst sinds speelronde 5 (toen PSV; koploper) een Eredivisieduel van een ploeg uit de huidige top-4 (tussendoor 3x gelijk, 2x verloren). Door een flitsend begin werden de Alkmaarders uiteindelijk over de knie gelegd. De ploeg van Pascal Jansen stond binnen elf minuten op de snelste 2-0 achterstand in een Eredivisieduel sinds september 2017 (binnen acht minuten tegen Excelsior).

Manfred Ugalde groeide uit tot matchwinner door zijn tweede dubbelklapper op rij. De 1 meter 73 kleine Costa Ricaan was tweemaal trefzeker met het hoofd. De laatste die dat lukte in een Eredivisiewedstrijd in de Grolsch Veste was Stefan Thesker in maart 2016. Toevalligerwijs toen óók tegen AZ. De doelpunten van Ugalde waren op aangeven van de rechterkant van trainer Ron Jans.

Waar de coach nog niet zo lang geleden clashte met Joshua Brenet, omdat hij boos was om zijn wissel tegen PSV en daardoor uit de selectie werd gezet, was hij tegen AZ weer helemaal de oude. De rechtsback leverde maar liefst vier keer de beslissende pass op een doelpoging, waaronder de assist op de openingstreffer. Geen enkele speler kwam tot meer gecreëerde kansen dan Brenet (4, samen met Suslov en Foor). Ongeveer drie minuten later was het zijn collega op de rechterflank Václav Cerny die de bal panklaar op het hoofd van Ugalde legde. Het was een van de 21 ballen waarmee hij succesvol een teamgenoot in het meest aanvallende derde deel van het veld vond.