Zalaegerszegi-trainer Ricardo Moniz heeft het nodige meegemaakt op het gebied van racisme in de voetballerij. Maar met die ervaring komt ook een mogelijke oplossing: in gesprek gaan met de supporters.
"Buiten het voetbal had het niet gekund, maar het voetbal is een heel krachtig middel. Vanuit de bal kun je heel veel invloed uitoefenen", aldus Moniz.
In 2012 ging Moniz in Hongarije aan de slag bij Ferencváros. De club stond er destijds niet goed op. "Bij Ferencváros had je een extreem racistisch publiek, ik wist dat. Dat weet Ajax ook nog uit 1995", zegt Moniz. De Rotterdammer wilde daar zelf wat aan doen. "Ik ging naar zo'n Mussolini-bar en zei ‘We denken misschien anders over het leven, maar we zitten in dezelfde boot. Onze club moet groter worden.'"
De voormalig Excelsior-trainer bouwde een relatie op met de fanatieke aanhang van Ferencváros. Moniz: "Ik nodigde ze uit op open trainingen, heette ze welkom in de kleedkamer. Dan krijg je een soort relatie met ze. Uiteindelijk heb je samen één belang, dat is die club. Zo ga je het veranderen. Je geeft een aantal leiders de verantwoordelijkheid, die ervoor moeten gaan zorgen dat het niet meer gebeurt."
"Sindsdien nooit meer racisme"
Zijn inzet wierp zijn vruchten af. "Sinds mijn vertrek Ferencváros is er bij die club nooit meer sprake van racisme geweest. Dat is eigenlijk het ultieme bewijs dat je door de voetballerij de maatschappij kunt veranderen", zegt Moniz. "Ik had een gesprek met die twaalf leiders bij Ferencváros, ook die bleken toch benaderbaar. Door het voetbal. Buiten het voetbal had het niet gekund, maar het voetbal is een heel krachtig middel."
Vanuit het voetbal racisme bestrijden
Moniz vindt het belangrijk dat de voetballerij zich actief inzet tegen racisme. Op dit moment gebeurt dat niet genoeg, vindt hij. Zeker niet in november 2019. Moniz was destijds trainer bij Excelsior, toen FC Den Bosch-supporters zich racistisch uitlieten tegenover Ahmad Mendes Moreira. "Bij Achie heeft ook niemand ingegrepen. Er is anderhalf jaar geouwehoerd. Er is niets gebeurd. Ik geloof dat de betrokkenheid er niet is om echt iets te veranderen. In Nederland is er een heel groot bewustzijn, maar we moeten lef houden. We zijn het lef, de daadkracht en het leiderschap kwijt."
De 58-jarige trainer benadrukt de impact van incidenten zoals die in Den Bosch: "De carrières van die spelers worden al geschaad, laat staan hun persoonlijkheid of hun broertjes en zusjes die op de achtergrond misschien hetzelfde meemaken. Daar doe je het voor. Het is een metafoor voor die hele grote ongeziene groep in de maatschappij."
Want juist trainers, spelers en clubs uit het profvoetbal kunnen veel bereiken, meent Moniz. "Wij hebben een rolmodel. Als wij daar de leiding in pakken, sijpelt dat door naar alle geleidingen in de maatschappij. Nu laten we slachtoffers van racisme gewoon keihard vallen."