In de achtste finale van de Champions League hebben Paris Saint-Germain en Bayern München hun onderlinge Champions League finale van 2020 gekopieerd. Net als toen wonnen de Duitsers met 0-1, en net als toen was Kingsley Coman de enige doelpuntenmaker.
De wedstrijd kwam na een eerste helft zonder kansen, pas na rust los. Na 52 minuten schoot Coman van dichtbij een voorzet van Alphonso Davies onder de grabbelende doelman Gianluigi Donnarumma door. Daarna bleven de kansen voor de bezoekers komen, en had PSG weinig te vertellen in eigen huis. Onder anderen Matthijs de Ligt, die 90 minuten speelde bij Bayern, was dichtbij, maar zijn kopbal werd gered door Donnarumma.
Afgekeurde goals Mbappé
In de 73e minuut leek Paris uit geslagen positie plotseling gelijk te maken. Invaller Kylian Mbappé ontsnapte aan de aandacht van de Duitse verdediging, maar stuitte op doelman Yann Sommer, de rebound van Neymar werd door Mbappé binnen getikt, maar de Fransman stond buitenspel. Tien minuten later was het weer Mbappé die de gelijkmaker dacht te scoren, maar weer werd het doelpunt afgekeurd wegens buitenspel.
Bayern München eindigde de wedstrijd met tien man. Benjamin Pavard kreeg in de blessuretijd zijn tweede gele kaart, na een overtreding op Lionel Messi.
Minimale thuiszege AC Milan
In San Siro won ook AC Milan met een minimale marge van Tottenham Hotspur: 1-0. De enige treffer viel al na zeven minuten, toen Brahim Diaz vanaf de doellijn raak kopte na een scrimmage. In een verder rommelige wedstrijd leek de thuisploeg in de slotfase de voorprong te verdubbelen, maar vergat het de kansen af te maken. De returns van beide wedstrijden zijn op 8 maart.
Morgen zijn er ook twee wedstrijden in de achtste finale. Om 21.00 uur speelt Borussia Dortmund tegen Chelsea en ontvangt de Belgische verrassing Club Brugge het Benfica van oud-PSV-trainer Roger Schmidt.