Afgelopen seizoen promoveerde Mats Wieffer met Excelsior naar de Eredivisie. Zijn goede spel bezorgde hem een transfer naar een andere Rotterdamse club: Feyenoord. Door een blessure aan het begin van het seizoen stond Wieffer een tijd aan de kant. Na zijn invalbeurt eind december tegen FC Emmen is Wieffer in de laatste wedstrijden basisspeler in het team van Arne Slot. “Ik ben tevreden over hoe het nu gaat. Dat gaat stap voor stap beter worden”, zegt de 23-jarige uit Borne.
Veeleisend en bewijsdrang
Sinds Wieffer Feyenoorder is, vindt hij zichzelf ook veranderd. “Ik ben brutaler geworden. Je speelt in het begin toch met grotere spelers. En dan ben ik meer op de achtergrond. Op dat moment laat je hun de balletjes spelen. Nu ben ik veeleisend geworden.”
Ondanks dat Wieffer alle tijd krijgt om zich te ontwikkelen, wil hij zich bij de Rotterdammers snel tonen. “Toen ik hier net kwam, had ik echt die bewijsdrang om mij te laten zien. Dan wil ik van mezelf dat ik alles goed doe. Ik wilde zo snel mogelijk laten zien dat ik hier hoor.” Daardoor legde de middenvelder zichzelf bepaalde druk op. “Dan gaf ik soms een verkeerde bal en ging dat weer in mijn hoofd zitten. Nu gaat dat beter en ben ik rustiger.”
In Oranje
Wanneer het woord ‘Oranje’ valt, begint Wieffer te lachen. “Dat vind ik wel heel erg hard van stapel lopen. Zeker als je net drie á vier wedstrijden prima speelt. Het zou een droom zijn maar is nu nog niet realistisch.”