Chef de mission Pieter van den Hoogenband ging tijdens een persconferentie in op de Olympische Spelen in Tokio. De oud-zwemmer heeft genoten van de succesvolle Spelen waarin Nederland ook met genoeg tegenslag te maken heeft gehad.
Van den Hoogenband kreeg de vraag voorgelegd welke medaille hem het meeste bij is gebleven. "Ik pak er niet eentje uit, want dan zou ik anderen tekort doen. Onze sporters hebben deze Spelen ook enorm geïncasseerd. De val van Sifan Hassen, de mispeer van onze roeien vier, maar ook Niek Kimmann al jarenlang aan de top zit en in het voortraject door een onoplettende official een blessure op liep. Hij wint met die pijnlijke knie olympisch goud en ook in het interview na afloop de tegenwoordigheid van geest heeft om Merel Smulders te noemen. Die onderlinge dynamiek van het hele team, daar heb ik wel ontzettend van genoten."
Tijdens de Spelen gaf Van den Hoogenband samen met Maurits Hendriks een persconferentie, toen er bleek dat er veel fout ging bij de Nederlandse ploeg. "Ik heb veel persconferenties en interviews gegeven, maar dat was absoluut niet een van mijn betere", geeft hij eerlijk toe. "Ik heb daar getracht om te informeren en de ploeg verder te helpen. We weten nu dat er op die betreffende reisdag een aantal zaken verkeerd zijn gegaan. Daar hebben we meteen actie op onder genomen. Ik heb eigenlijk onderschat dat de coronagevallen de meest prangende vraag was. Als sportman heb ik geleerd dat kritiek een kans is om dingen beter te maken. Ik ben uiteindelijk blij dat de maatregelen die we hebben getroffen het resultaat hebben geboekt waar wij voor in stonden. Niemand is perfect. Ik heb een hoop dingen geleerd en dat neem ik weer mee. Daar ben ik ook een vorm van dankbaar voor."
Met een recordaantal medailles is het lastig om ontevreden te zijn over hoe de Spelen sportief gezien zijn gelopen. "De ploeg heeft mij enorm trots gemaakt. Het zijn unieke Spelen, want het zijn unieke omstandigheden. De ploeg heeft met name de samenleving doen inzien wat incasseren en adaptief vermogen in kan houden. Ik hoop dat de mensen - om Liemarvin Bonevacia te citeren - geloven in je eigen dromen en blijven doorgaan en blijven doen."
"Toen ik hieraan begon, heb ik de intentie uitgesproken om het ook in Parijs te doen", zei Van den Hoogenband over de Spelen van 2024. "Er werd in mij geïnvesteerd, ik heb een mooi netwerk mogen opbouwen. Maar het is niet aan mij. Ik denk dat sporters en coaches heel goed kunnen presteren, met of zonder mijn aanwezigheid. We gaan de zaken goed evalueren. Ik ga het ook bespreken met mijn gezin, want daar heeft het ook impact op."
Van den Hoogenband had in de aanloop naar de Spelen van Tokio een jaar hard getraind, om ook zelf in topconditie te zijn. "Omdat ik vind dat onze ploeg een chef verdient die zowel fysiek als mentaal topfit is. Ik ben overtollige kilo's kwijtgeraakt en omdat ik fit ben, kon ik veel hebben. We hebben hier veel korte nachtjes gehad, regelmatig ging 's ochtends vroeg al de telefoon. Wel of geen besmettingen, dat was dan de vraag. Het was knallen geblazen voor de hele begeleidingsstaf, iedereen heeft zich weggecijferd zodat de hoofdrolspelers konden doen waar ze goed in zijn en dat is sporten. Dat hebben ze op een heel mooie manier terugbetaald door medailles te winnen."
Van den Hoogenband zei dat zijn eerste Spelen als chef de mission "leerzaam" zijn geweest. "Je leert jezelf ontwikkelen, de talen spreken van de verschillende instanties waarmee je te maken hebt. Maar niemand is perfect, zeker ik niet. Achteraf gezien was de persconferentie die ik gaf in het begin van het toernooi niet mijn beste." Sportkoepel NOC*NSF riep de pers toen bijeen in het olympisch dorp na een aantal coronagevallen binnen de ploeg. Van den Hoogenband benadrukte in het gesprek vooral dat NOC*NSF er alles aan gedaan zou hebben om zulke situaties te voorkomen.