<
>

Pitching Dutchman Robberse wil schitteren in Seattle (en MLB)

ANP Foto

Het is All-Star break in de MLB. De grote sterren van ’t Amerikaanse honkbal verzamelen zich dit weekend in Seattle. Onze Kenley Jansen is erbij, net als Ozzie Albies. Maar ook Sem Robberse uit Woudenberg. De 21-jarige ‘pitching Dutchman’ - voorlopig zijn bijnaam - staat onder contract bij de Toronto Blue Jays en is toch wel tot zijn eigen verbazing geselecteerd voor de All-Star Futures Game. Een wedstrijd in zeg maar het voorprogramma van de echte All-Star Game, tussen de grootste talenten van de American en de National League. ‘Een enorme eer’, vindt Robberse, die hard op weg is naar de MLB. ‘Ik ben er heel blij mee.’ De Futures Game is zondagochtend te zien bij ESPN.

De lijst met topspelers die door de jaren heen mee hebben gedaan aan de Futures Game is eindeloos. Zomaar wat grote namen: Aaron Judge, Mike Trout, Mookie Betts, Vladimir Guerrero Jr., Miguel Cabrera… Een paar van de beste pitchers in the business: Gerrit Cole, Justin Verlander, Clayton Kershaw, maar ook X-man Xander Bogaerts. Een garantie voor succes is een uitnodiging niet, maar het is niet zomaar een demonstratiepotje.

Hoe Robberse op de lijst met 50 toptalenten is beland, weet hij eigenlijk niet. ‘Mmm, nee, geen idee hoe dat gaat.’ Het blijkt dat de MLB, de website mlb.com en het magazine Baseball America de keuzes maken. Robberse is dus opgevallen. ‘Ik had het niet verwacht. Ik ga er natuurlijk graag naartoe.’ De manager van zijn huidige team, de New Hampshire Fisher Cats uit de double AA (2 niveaus onder de MLB), bracht het goede nieuws. ‘Ja, ik moest even op kantoor komen.’

Dat Seattle precies aan de andere kant van het land ligt op een uur of zes vliegen is geen probleem. ‘Daar ben ik wel aan gewend geraakt hier, haha.’ Of hij ook gaat spelen? ‘Geen idee. Dat gaan we straks allemaal wel zien.’ Hij kijkt ongelooflijk uit naar de voorlopig grootste wedstrijd uit zijn carrière. ‘Voor het eerst in een Major League stadion... Daar droom je van. Daar werk je voor. Ik wil echt wat laten zien.’

Filmscript
Het leven van Robberse leest als een filmscript. Het gaat ongeveer zo (ietsjes geromantiseerd, maar dat mag in Hollywood): Een 6-jarig jongetje stapt na de zwemles met natte haartjes naar buiten. Hij wrijft nog 1x het water uit zijn ogen, knippert een keer, kijkt nog eens goed en ziet naast het bad ineens de heilige diamant: een honkbalveld. Het kereltje wordt op magische wijze naar de lichtmasten getrokken. Hij pakt zijn moeder bij de hand en trekt haar zachtjes mee. Daar wil hij naartoe. Hij wil ook. Sem en honkbal is liefde op het eerste gezicht. Als de kleine man thuiskomt en zijn vader vertelt dat hij zijn sport heeft gevonden, stormt senior naar zolder en tovert een grote doos tevoorschijn.

In de film komt is er ongetwijfeld een gouden gloed te zien als de vader voorzichtig de schatkist opent. Grote ogen bij zoonlief als 1 voor 1 de oude honkbalspullen van pa tevoorschijn komen. Hij heeft het nooit geweten, maar ook zijn vader valt ooit voor de sport en haalt bijna het nationale team. Na een stom fietsongeluk maakt een kapotte knie een einde zijn jonge carrière. Maar nu zijn kleine voorzichtig zijn oude handschoenen, medailles en uniformen bekijkt, beleeft hij heel even zijn jeugd opnieuw. ‘Een fantastisch moment’, zegt senior ooit.

Lege vijver
Zijn liefde voor het spel is nooit verdwenen. Onbewust overgebracht. Hij vertelt de kleine pitcher alles wat hij weet. Wel onorthodox, want verkeerd om. ‘Mijn vader is begonnen met het moment waarop je de bal loslaat en werkte van daaruit terug. Als je wat nieuws leert, wordt je aan het einde van je beweging niet verrast.’ Is de filosofie. Het tweetal kijkt urenlang video van beroemde Hall of Fame pitchers. Op zoek naar de ultieme manier van pitchen. De vloeiende beweging om zonder blessures de maximale snelheid, of rotatie richting slagman te krijgen. Natuurlijk, met een constante precisie die het verschil maakt.

Uiteraard is Robberse zoals in alle goede sportfilms op het oog niet het grootste talent. Hij blijft onder de rader omdat hij niet zo heel hard gooit. De MLB-alarmbellen op de scoutingsafdelingen gaan pas af vanaf 90 mph. Dat haalde ie (nog) niet. En zoals in die goede films is het een toevallige samenloop van omstandigheden dat de ruwe diamant toch ontdekt wordt door die ene grote club. De Blue Jays hebben met een paar last minute trades een heel klein beetje dollars verdiend. Tegen die tijd zijn alle buitenkansjes al weg. En omdat ook het salarisplafond bereikt is, moet de club uit Toronto gaan vissen in vijvers waar bijna niemand vist.

Voetballand Nederland bijvoorbeeld. Geheel volgens script valt die ene scout toch voor de jonge pitcher. Die niet die makkelijke keuze is, die wat snelheid mist, maar overtuigd door zijn ‘fluid motion, de verfijnde ‘mechanics’, zijn volwassen gedrag en ongelooflijke wil om te slagen in zijn sport. Zijn naam is opgeschreven bij een paar internationale toernooien. Nu de club wat moet, stapt de scout in het vliegtuig. Bestemming Holland.

Bizar
Na een wedstrijd hier en een praatje daar, zit hij in de volgende scene bij de familie Robberse op de bank om zijn ouders te overtuigen hun zoon toch te laten gaan. Ver van huis, maar wel naar de Home of Baseball. (Leuk detail is dat deze Andrew Tinnish van de Jays een Rotterdamse moeder heeft en het ijs breekt met een paar Dutch oneliners). De kans dat je op deze manier ontdekt en ‘gesigned’ wordt is nihil. ‘Het is echt een bizar verhaal’, geeft Robberse ook zelf toe.

Hij maakt volgens goed Nederlands gebruik eerst zijn school af en vertrekt op zijn 17de met een contract op zak naar het beloofde land. En al snel is daar de tegenslag - het perfecte script houdt niet op - als Covid ineens de wereld overneemt. Robberse is te laat om terug te vliegen en zit ‘opgesloten’ in een hotel. Hij werkt in zijn kamertje keihard aan zijn fysiek en gooit eindeloos ballen tegen een matras, die hij rechtop zet tegen de wand. ‘Of buiten tegen het muurtje van de parkeer garage’, vult hij aan. Ondertussen facetimend met de coaching staff van zijn nieuwe club. De film zal natuurlijk eindigen met Robberse die de World Series beslist met een magistrale curveball of zoiets. Dat hoort zo. Maar ondanks een leven als een film is hij zelf ongelooflijk nuchter. ‘Ik weet dat dit verhaal niet voor mij geschreven is. Ik heb hier kei- en keihard voor gewerkt. Ik heb een droom om in de MLB te spelen. Daar doe ik echt alles voor. Zodat ik mezelf nooit iets kan verwijten mocht het niet lukken. Dat ik zeker weet dat ik er alles aan gedaan heb.’

Volstoppen
Dat is veel. Robberse stopt zich in ’t offseason helemaal vol. Bijna 3 maanden lang 5000 calorieën per dag. ‘Dat was niet heel prettig. Maar ja, je moet spiermassa kweken, sterker worden.’ Om harder te gooien, om een lang seizoen straks te overleven. Hij probeert zo gezond mogelijk aan te komen, maar dan moet je letterlijk een halve dag eten. ‘Soms lukt dat echt niet. Dan maar even snel nog een pizza of langs Taco Bell.’

Inmiddels staat hij op de drempel van de MLB. Robberse werd begin dit jaar officieel uitgenodigd voor de Spring Training van de Blue Jays, dat geeft het vertrouwen in ‘m aan. En speelt dus inmiddels in de double A, 2 niveaus onder de Major League. En nu is daar die uitnodiging voor de Futures Game. ‘Ja er gebeuren goede dingen de laatste tijd grinnikt Robberse. Het speelkwartier lijkt voorbij. Het moet nu gebeuren. ‘De vraag is nu niet meer zozeer wat ik allemaal moet doen. Meer wat kan je toevoegen aan het team.’

Hij weet precies wat hij nodig heeft voor de laatste stap. ‘Het gaat allemaal om constant presteren. Elke keer opnieuw. Op dit niveau heeft iedereen zijn pitches voor elkaar. Ik ben geen powerpitcher. Ik moet het hebben van mijn executie. Het manipuleren van de slagman.’ Hij kijkt nog steeds veel videos. Hij heeft geen groot voorbeeld, maar pakt van de allerbesten kleine dingetjes mee. ‘Dat moet een goed recept opleveren. Het gaat uiteindelijk maar 1 ding, slagmensen uitgooien. Hoe maakt niet uit. Al ga je op je kop staan en gooi je ondersteboven. Hij moet uit.’

Bankrekening
’t Leven van de professionele pitcher… En op papier is Robberse een profhonkballer. In de praktijk valt dat vies tegen. ‘Nu is het wel iets beter moet ik eerlijk toegeven. Maar vorig jaar kreeg ik 10.000 dollar voor ‘t hele seizoen van 6 maanden. Die andere 6 maanden verdien je dus… Euh niks. Eerder betaalde ik ook mijn eigen huisvesting, 500 dollar voor een 2-kamer appartementje. Dan hou je niks over hoor.’ Als hij zijn grote droom waarmaakt is het dubbeltjes omdraaien definitief voorbij. In de MLB is het minimumloon inmiddels 720.000 dollar. ‘Dan kijk ik nooit meer naar mijn bankrekening’, grapt hij.

Blyleven
Gek genoeg zou hij dan niet eens de eerste rechtshandige pitcher zijn, die geboren is in Zeist, die de Major League haalt. Want de wieg van de enige Nederlander die opgenomen is in de Baseball Hall of Fame, Bert Blyleven, stond ook in Zeist. Een verbluffend toeval. ‘Ik vind het eigenlijk wel vet. Daar moet ik altijd veel vragen over beantwoorden ja, haha. Hij is een hele grote meneer hier.’ Blyleven won 2x de World Series. ‘Ik heb hem eigenlijk nooit ontmoet. Dat is wel gek eigenlijk.’ Misschien is ie er wel bij morgen in Seattle? ‘Dan ga ik wel een praatje maken.’ Alweer een mooie scene voor in die film…

De MLB All-Star Futures Game zie je zondag op ESPN 4, vanaf 10:20. De MLB All-Star Game is in de nacht van dinsdag op woensdag om 01:30 te zien op ESPN.